Mijn hoedanigheid als micro-inwoner van Pandeminia-Aan-De-Noordzee

Dat we momenteel met zijn allen—uitzonderingen daargelaten—op microscopisch niveau het menselijk lijden lijden, kan voor menigeen niet als verrassing komen.

We leven bijna allemaal—Black Friday-fanaten, Action-lovers, en Willem Engel-adepten daargelaten; U kent ze waarschijnlijk beter dan ik, maar laten we niet kniesoren over wie wel en wie niet en wie recht en wie linkse fanaat, want zoveel tijd hebben we als mensheid niet meer—in een kleine bubbel van woon-werkverkeer (voor sommigen een tripje naar het ziekenhuis of het politiebureau of die laatste school welke zijn deuren nog open heeft voor het personeel-achter-de-schermen, voor anderen een tripje van de slaap- naar de woonkamer of voor de luxere thuiswerker onder ons: de werkkamer) eindeloos Netflixen (en ik zweer het: er staat niets goeds meer op) terwijl we daar eindeloos over Twitteren (iedereen en zijn moeder zit ondertussen op Twitter, wat jammer is, want ik vind/vond Twitter altijd beter en leuker en effectiever dan Facebook, want iedereen en zijn moeder was dƔƔr nou net niet te vinden—en met vinden bedoel ik uiteraard "huppel-kutten-wie-mijn-TL-vullen-met-huis-tuin-en-keuken-shit-welke-ik-op-mijn-Twitter-TL-nu-juist-probeerde-te-ontsnappen") en we Insta-shitten ons een ongeluk op een manier dat iedereen en zijn moeder nu opeens Influencer van de lokale bierstube en de lokale oh-wat-eet-je-daar-toch-een-heerlijke-satĆ©-van-de-haas bullshit horeca-bedrijven in KuttieKut-Dorp aan de Slettenstraat nummer 69. Dat soort wanstaltige foto's in ieder geval.

Lang geleden—pre-pandemie, zeg maar—deed ik nog wel eens een (t)huiskamer-concertje of honderd per jaar, en ik vond mijzelf altijd De Ongekroonde Koning van de Ikea-bank—oftewel een man, wie door zijn avonturen met zijn gitaar elk interieur in Nederland (en soms BelgiĆ« en als ik in een heel goede bui was Frankrijk en Duitsland ook) had gezien en geroken. Sinds de lokale influencer-met-een-te-groot-bereik wellustig zijn—meestal haar—interieur—gelardeerd met de six-pack van de lokale bierbrouwerette en de te dure satĆ©leverancier van drie huizen verder en fucking Ć”ltijd in een hyperlelijke onesie—tentoonspreidt over het gehele internet—ze hebben altijd meerdere accounts—is mij zelfs dĆ”t afgenomen. En ik las laatst: "ze nemen ons alles af"—wat in werkelijkheid over bier, wijn en vuurwerk ging, maar zoals eerder gezegd: we hebben als mensheid geen tijd meer om te kniesoren—en ik voel nu hoe ook mij alles wordt afgenomen—hoewel mijn lokale drankerette gewoon thuisbezorgd en ik sowieso een gruwelijke hekel heb aan vuurwerk. Maar beide heb ik nog nooit geĆÆnfluencet naar mijn vier trouwe volgers, dus dat bestaat gewoonweg niet. Iets wat niet hyper geĆÆnfluencet wordt, al dan niet in samenwerking met een ertoe doende content—jeukwoord alarm—bestaat net zomin als Sinterklaas, de Duivel, Inflatie en Corona-is-gewoon-een-griepje.

"Jeetje, Jean," hoor ik U vragen. "Maak je je dan nergens boos over?"

Nou...

Ik hoorde laatst—want uiteindelijk begon ik dit betoog met een opmerking over ons microniveau-bestaan—iemand zeggen: "mijn volk heeft al zoveel moeten doorstaan, dat ik vind dat ik dit niet bewust hoef mee te maken". Laat het even op U inwerken.

Want naast dat ik het een prachtige uitspraak vind, deed het me denken aan de keer—een aantal weken eerder, en misschien wel maanden, want ik leef erg op microniveau met mijn gezin, dus het concept "tijd" hebben wij meteen maar uitgeschakeld—dat ik heel erg boos werd op iemand wie zei: "ik hou in principe van alle mensen behalve ArmeniĆ«rs."

"Waarom specifiek ArmeniĆ«rs," was mijn natuurlijke respons—het zou de Uwe ook zijn—en onmiddellijk had ik daar spijt van, want ik wist natuurlijk wat er ging komen. "Nou, de ArmeniĆ«rs geven mijn land de schuld van een genocide."

'Tuurlijk.

En daarna ging het van "ja-maar-jij-bent-een-Nederlander" tot "ja-maar-mijn-familie-komt-uit-Turkije" tot "doe-een-beetje-normaal-het-is-toch-in-2019-aangetoond-en-vastgesteld" tot "ja-maar-waarom-moet-mijn-land-die-last-dragen" tot nog veel erger. En met erger hebben we het over iets van het niveau oeps-verdween-het-net-kapot-geslagen-bier-glas-nu-net-onder-jouw-shirt-half-in-je-ingewanden-? 

Hoedanook, deze persoon identificeerde—tweede generatie Nederlander, maar een kniesoor let daar niet eens meer op—zichzelf met een land, en dan met name een land welke de schuld krijgt van een genocide en daar ontzettend jankerig over moet doen, blijkbaar—en sowieso: hoeveel ArmeniĆ«rs kent U eigenlijk?

Een land met momenteel 82.017.514 inwoners en—blijkbaar—plusminus 5.000.000 mensen inwonend in andere landen—met of zonder paspoort van dat andere land; dus feitelijk inwoners van een ander land, maar als we kunnen janken om wat dan ook, dan janken we en masse en zijn we opeens weer iemand-wie-van-ArmeniĆ«rs-et cetera-et cetera—versus ongeveer—want bij genocidale volkstellingen mis je wel eens een hoofd of twee—een miljoen onnodige doden. Bovendien, als ik Wikipedia er even bij mag pakken: "The Armenian Genocide was the systematic mass murder and expulsion of ethnic Armenians carried out in Turkey and adjoining regions by the Ottoman government during World War I. Although earlier massacres had occurred during the 19th century, and some sporadic massacres of Armenians began in mid-1914, the starting date of the genocide is conventionally held to be 24 April 1915, the day that Ottoman authorities rounded up, arrested, and deported hundreds of Armenian intellectuals and community leaders from Constantinople (now Istanbul), most of whom were eventually murdered."

Is het dan heel erg als ik zeg dat deze persoon zich niet alleen als Nederlander identificeert als inwoner van Turkije, maar Ć³Ć³k nog eens als onderdeel van het niet langer bestaande Ottomaanse Rijk. Wie geeft wie de schuld?

Maar dat volledig terzijde. Ik doelde meer op "mijn volk" en "mijn land". Ik wil—in mijn hoedanigheid als micro-inwoner van Pandeminia-Aan-De-Noordzee—niet langer iets schrijven over medelanders—snik—wie hun land terug willen. Want ze hebben het moeilijk, dat weet U net zo goed als ik. Ze hebben Zwarte Piet moeten inleveren, Johan Cruyff bleek ook gewoon sterfelijk, en je kunt met goed fatsoen niet eens meer Black Friday vieren met je gezin in de Kalverstraat. Ik wil me land terug! Daar! Heb ik het toch weer opgeschreven.

Nee. In totale lock-down lopen bomen over mijn volk en mijn land. Het is van een dusdanige ridiculiteit dat het mijn microbestaan op zijn grondvesten deed schudden. Het deed me serieus denken.

En ik dacht: aangezien ik besta uit een mengelmoes van treurige ellende—DNA-technisch gezien—waarom heb ik het dan nooit over mijn volk of over mijn land. Nou, omdat ik besta uit een mengelmoes van treurige DNA-ellende, daarom!

Welke kaart wilt U dat ik trek? Want iemand—nu zeer vervroegd met pensioen vanwege alle ellende welke op zijn pad kwam—was ooit dom genoeg om mijn familie-stamboom te onderzoeken, dus de informatie is gewoon voor handen. Welke kaart uit mijn DNA-poel wilt U hebben? De Russisch-Jiddische? De Franse? De Deens-Koninklijke? De Zeeuws-Vlaanderense-Monniken kaart? (Wat overigens een ietwat dubieuze kaart is, daar monniken officieel niet aan seks doen. Die van mijn DNA-jackpot blijkbaar wel. Die hebben hem overal ingehangen en terloops een aantal nakomelingen de wereld opgeschopt.) Wilt U de Brits Aristocratische-kaart? Zeg het maar hoor.

En dan heb ik het nog niet eens over alle aangetrouwde rommel. Friezen, of all people, bijvoorbeeld!

Als je mijn DNA—tot en met een of andere derderangs Velociraptor in het Late Krijt tijdperk aan toe—onder de microscoop legt, dan snap je dat de Nederlandse tak van dit zootje in een pre-WO2 versie van Rotterdam—smeltkroes der smeltkroezen—voet aan Nederlandse bodem kreeg.

Stelletje jankers. Ik mocht willen dat ik een volk of een land had.

Comments

Popular Posts