Mijn vriendin Jacques zei ooit: "Laat Ze Lekker De Tering Krijgen"... Laat zij nou weten wat "Tering" is...
“Heb jij het goed geleerd?”
“Ja, de téring. Ik had er geen tijd voor...”
Okay...!?!
“Tering, Christa... Jij bent écht kápót dom, weet je dat?”
“Tering, hou je bek!”
Dit zijn een aantal zinnen uit een (onbedoelde en zeker ongewenste) observatie op een gemiddelde middelbare school ergens in Nederland. En ik ben er eigenlijk best van overtuigd dat het gemiddelde een soort van leidend is.
Tenzij er leerlingen zijn wie de naam Tering dragen—en veeg me niet meteen de obsolete hoek in, want er zijn mensen wie hun kinderen Apple en Sodom en Gomorrah en Lidl noemen; om eens een dwarsstraat te nemen—wordt er op een gemiddelde school, gedurende zo’n dertig minuten, ergens in een gang, gesitueerd tussen een viertal lokalen, om precies te zijn 47 (zeven-en-veertig!!!) maal het woord “tering” gebruikt. (En dat was gedurende de wisseling van les/lokaal.) En gedurende alle 47 maal, dekte het woord “tering” de lading niet geheel, daar de eigenlijke betekenis van “tering” waarschijnlijk niet bekend is bij de leerlingen Lotte, Gabriëlla, Johan, Jozef, Achmed, Tering, Sodom en Apple. (Gomorrah kuchte, nadat hij het woord had uitgesproken, dus ik denk dat een deel van de betekenis van het woord ergens is neergestreken in zijn verder door een milde vorm van een meningokokken-infectie, geïnfecteerd brein—met andere woorden: een niet-functioneel brein.)
Ik was gesommeerd—min of meer—om een gesprek tussen dochter en Centrum Jong—oftewel: wij brengen alles zo goed mogelijk in kaart om een zo eenheidsworst-achtige entiteit als mogelijk te vormen, om toekomstige problemen met rechtszaken en amber-alerts volledig uit te vagen—bij te wonen. Daar dochter op een middelbare school bivakkeert, moest ik dus wachten in een gang, gesitueerd tussen een viertal lokalen.
Nu is dat het probleem niet, hoor. Maar mijn respect voor leraren is er niet door verhoogd. Sterker nog: in de tijd dat ik daar stond, zeker en half uur, want dochterlief is niet gering van stof—mijn favoriete uitspraak naar haar, én naar partner, is móet jij de tienduizend woorden per minuut per se halen?—, heb ik in het gezicht gekeken van zeker zeven leraren en er was er slechts één wie vroeg wat ik daar in die gang deed.
Dit draagt in het geheel niet bij aan mijn—misschien ietwat paranoïde—idee van veiligheid. Kijk, ik zeg het zelf maar even: mijn kledingsmaak is, zonder dienstdoende stylist—en ik doe geen beroep op een stylist als ik weet dat er toch geen foto’s genomen gaan worden—ietwat in de stijl van een terrorist. Geheel in het zwart, inclusief zwarte muts, want de temperatuur buiten werkt niet bepaald mee om mijn lichaam enigszins warm te houden. De jas welke ik droeg was van het soort daar-zit-waarschijnlijk-een-bom-gordel-onder en mijn blik is al sinds mijn derde levensjaar die van een psychopaat. Als ík ergens in dienst ben en dit soort type staat in de gang naast mijn klaslokaal—waar ik op dat moment de verantwoordelijkheid draag voor een dertigtal tieners—tering-bezigend of niet——dan hing ik al aan de telefoon met de beveiliging. Maar dat is misschien gewoon ervaring.
Echter, zelfs bij de receptie, waar ik me overigens keurig heb gemeld—wat ook niet zaligmakend is, daar Mohamed Atta ook gewoon incheckte bij de dienstdoende luchtvaartmaatschappij—kreeg ik geen wenkbrauw omhoog. Sterker nog, ze wisten niet eens wat Centrum Jong was, tot het moment dat ik zei: “GGD” en zelfstandig het lokaal waar ik verwacht werd noemde. Je kunt dit uitlokkende informatie strekking noemen, maar die intelligentie was niet bepaald van het gezicht af te lezen, dus deze term mág niet besteed worden aan iemand wie de hele ochtend bezig is geweest om haar gezicht op te maken alsof zij een figurant in Deep Throat kán worden. De niet-Watergate-schandaal variant van die twee woorden; begrijp me niet verkeerd.
Hoe dan ook, gedurende die dertig minuten—het leken er zevenhonderd—begon ik, te midden van alle tering’s en flitsende beelden van mobieltjes, te denken aan hoe mooi, functioneel en werkend lijfstraffen waren.
Goed, geschiedenis-waardig mogen we dan het eerste land zijn geweest, wie de lijfstraffen op scholen afschaften (en dus niet afgeschaften... [knipoog]), maar zijn we er iets mee opgeschoten? En kom niet met: “mijn kind doet dat niet,” want je lult!
Ik stond in die gang en ik herken jouw kind uit duizenden. Jouw kind doet dat ook.
Gá eens in die gang staan. Ervaar wat ik heb ervaren. En dan lullen we verder. Want ze doen het namelijk allemaal. Ook míjn kind waarschijnlijk.
Kort door de bocht: hoe vaak heb jij in een geschiedenisboek gelezen dit was de periode dat alle leraren overspannen waren?
En waren jóuw ouders en grootouders niet gewoon goede mensen—NSB-ers daargelaten—wie het beste met je voor hadden, als ze zo nu en dan niet een beetje strenger waren?
Geloof me; ik ben geheel voor het individu. Ik geloof niet in een maatschappij vol met mensen wie allemaal hetzelfde denken (1984), óver hetzelfde denken (This Perfect Day) en alleen maar functioneel zijn om een niet-nader-te-noemen (maar ik doe het toch) concern nog meer geld te laten verdienen (Ahold, Shell, Unilever, Heineken, ABN-AMRO, etc.). Echter, ik ben wel existentialist.
Wellicht denkt U nu: wat-de-tering-is-dat? Dat kan...
Even een korte definitie: “Het existentialisme is een 20e-eeuwse filosofische en literaire stroming die individuele vrijheid, verantwoordelijkheid en subjectiviteit vooropstelt. Het existentialisme beschouwt iedere persoon als een uniek wezen, verantwoordelijk voor eigen daden en eigen lot.”
Let U even op het puntje “verantwoordelijk voor eigen daden en eigen lot”. Natuurlijk wensen wij—het nadenkende deel van de wereldbevolking—een goed onderwijs voor mensen met dyslexie, dyscalculie en mensen met een gluten-allergie. Of Agorafobie, om eens een dwarsstraat te noemen.
Maar, tot op de dag van vandaag (2019, motherfuckers) is het taak van de ouders (U kent ze wel, want U had ze ook, goed of slecht) om respect, tolerantie en mededogen bij te brengen; de taak van de leraren (basis-, LHBTQXYZ-onderwijs—inclusief de plus-klassen wie doorstroming mogelijk maken—of het ouderwetse Gymnasium) om de basis bij te brengen, waarna het kaf zich van het koren zal scheiden en we hopelijk ietwat zelfstandig nadenkende mensen zullen loslaten, in een door de niet-nadenkende-medemens-in-hoge-positie veroorzaakte vernietigende wereld. Ondertussen ben je zelf verantwoordelijk voor jezelf—welk geloof je ook aanhangt. En dáár begint jouw leven. Je kunt heel goed zijn in het uit je hoofd leren van een telefoonboek—bestaan die überhaupt nog?—maar kun je het functioneel toepassen in jouw wereld? Hiermee niet doelend op fascisten, KKK-leden en Neonazi's... Want voor jullie soort (en mensonterende aanverwanten) wordt de ruimtereis (“U kunt alleen een enkeltje boeken...”) uitgevonden...
Dus, je kunt tering (“in de volksmond wordt tuberculose ook wel tering genoemd. In de periode dat er nog geen werkzame geneesmiddelen bestonden tegen tuberculose, ontstond de eufemistische afkorting tbc, of zelfs tb, die ook tegenwoordig nog wel wordt gebruikt. De term 'witte pest' is ook weleens voor tuberculose gebruikt.
Bij snel verlopende gevallen werd de ziekte wel aangeduid als 'vliegende tering'. Ook het eufemisme 'pleur(it)is' (“pleuris” voor de niet-geïnformeerde jeugd; dus: 99% van iedereen)—wat longvliesontsteking betekent, ongeacht de oorzaak—werd weleens gebruikt. De naam tuberculose komt van de tuberkels, knolvormige lichaampjes, ook wel granulomen genaamd, die kenmerkend zijn voor ontstekingen veroorzaakt door deze bacteriegroep,” voor de duidelijkheid) gebruiken hoe je wilt—met of zonder ondertussen de Insta-posts van onzinnige mensen bekijkend of luid door gangen roepend naar medeleerlingen: daar JÍJ verantwoordelijk bent voor je handelen en het verdere verloop van je leven, weet dan in ieder geval wat tering is. Bovendien: “jij bent kapot-dom"—ongeacht het tijdperk waarin wij leven—is geen correcte Nederlandse zin, en zeker geen correcte aaneenschakeling van desbetreffende Nederlandse woorden.
En dan de leraren—want een deel van “de leerling” ligt “gelukkig” (maar mijn ervaring met ouder is ook niet bepaald positief) nog steeds bij de ouder—: Hallo?!?!
Als U een volwassene—kleding daargelaten—in de gang ziet staan en U hoort—en kom niet met “Ik hoorde het niet,” want dat is een leugen... Ze hoorden het nog in Keulen. In Keulen begrepen ze de woorden niet, maar ze hoorden het wel degelijk!) de bagger welke Uw—ja, UW—leerlingen uitten—en als het mijn dochter is, dan hoor ik graag zo spoedig mogelijk van U—en U kijkt mij recht in de ogen met diezelfde overspannen blik welke al sinds 1972 de klassen siert, dan kunt U twee dingen doen: U kunt per direct Uw leerlingen aanspreken op hun gedrag—dat voorrecht heeft U—of U kunt excuses maken naar de volwassene in Uw gang. Of een combinatie van beide.
Ga niet in een deurpost staan met Uw beste overspannen blik en gelaatstrek, en doen alsof Uw neus bloedt—met het tempo van een terminale slagaderlijke bloeding. Waarschijnlijk heeft Ú op de PABO geleerd dat dit de beste defensie is, maar de PABO is een beetje vergeten te vermelden dat U uiteindelijk de autoriteit bent.
Uw collega probeerde het nog met humor—overigens niet een verplicht vak op de PABO. Hij zei nog tegen mij: “Bent U eruit gestuurd?” (Eigenlijk zei hij: “Ben JE eruit gestuurd,” maar zijn joviale baardje werkte op dat moment—het moment waarop mijn tensie 179mmHg bereikte; overigens, mijn cardioloog dankt U voor Uw inzet, want hij kan zeker weer 25 keer naar Aruba dit jaar (hij heeft geen kinderen)—op mijn gemoedsrust... Ik vergeef hem dat hij de etiquette even vergat, maar—nogmaals—zijn baardje werkte in zijn voordeel.)
Wat in basis, op zich, best grappig is.
“Ja...” zei ik. “In 1984.” (Ik geloof niet dat de referentie overkwam.) “U bent de eerste wie mij hier ziet staan. Waar moet ik mij melden?”
En, eerlijk is eerlijk, gezien mijn kleding, had ik er best in 1984 uit gestuurd kunnen zijn. Waarschijnlijk ben ik er in 1984 ook wel uitgestuurd, alleen was dat op een andere school. Wist die leraar veel?
Wat mijn punt nu uiteindelijk is, is: er moet meer gezag in de scholen komen. Want, daar ik niet—door mijn existentialisme—carrière-gevoelig ben, waarschijnlijk—dankzij Mark Rutte; de lul—tot mijn 93ste moet werken—ik hoop dat Silicon Valley voor die tijd een beetje werkende A.I.-onderdelen kan produceren—waardoor de kans bijzonder aanwezig is dat ik leiding/lijding ga krijgen van een van Uw vooruitstrevende Tering-leerlingen (U weet het beter dan ik. Waarschijnlijk, toch? De Tering Naar de Leerling werpen... Of hoe zat het ook alweer??? Nu U besloten heeft geen gezegdes meer te onderwijzen...), hoe-dan-ook; ik wens een beetje respect te ontvangen van een schreeuwende, app-gebruikende, hyperactieve tyfus-leerling van U... En dat U, per direct, even uitlegt wat tyfus ook weer is... Voor het gemak... Want we moeten wel een eenheid worden, wie allemaal weten wat de woorden welke wij uitten uiteindelijk betekenen...
Comments
Post a Comment